Pensioenschade met voorrang verhaalbaar op zeeschip

De vordering tot vergoeding van pensioenschade van een werknemer tegen zijn werkgever is ontstaan uit (zee-)arbeidsovereenkomst, zodat deze op het door de werknemer bevaren zeeschip is bevoorrecht. Dat heeft de Hoge Raad bevestigd in een arrest van 6 juli 2018.

Omdat hun werkgever onvoldoende pensioenpremies had afgedragen, beëindigde het pensioenfonds de deelname van de werkgever aan het fonds met terugwerkende kracht. Daardoor namen de werknemers niet langer deel aan de pensioenregeling. De werkgever ging vervolgens failliet en de werknemers bleven achter met een (pre)pensioengat.

Elf zeevarenden, bijgestaan door advocaten Aldert van der Bent en Kirsten Boele van Wybenga Advocaten, willen deze schade verhalen op een aantal door hen bevaren schepen. Deze schepen behoorden niet toe aan de voormalig werkgever, maar waren ondergebracht in aan haar gelieerde eenschipsvennootschappen.

Het Gerechtshof Den Haag besliste in 2017 dat de zeevarenden hun schade op die schepen mogen verhalen. De Hoge Raad heeft dat oordeel nu bekrachtigd. De zeevarenden werden in cassatie vertegenwoordigd door cassatieadvocaat Rogier Duk.


Wybenga Advocaten