Grondhandel: eerder een duur lot uit de loterij dan een veilige investering
Een koper van grond had kort op elkaar diverse overeenkomsten getekend waarin werd overeengekomen dat hij voor aanzienlijke bedragen stukken grond zou kopen. De grond was nog niet aan hem geleverd bij de notaris.
Net als bij de verkoop van een woning zit er soms enkele weken tussen het moment van de verkoop en het moment van de levering (daadwerkelijke juridische eigendomsoverdracht). De koper in kwestie had al vaker twijfels geuit en wilde uiteindelijk definitief van de koop af.
Dat gaat niet zomaar, in principe moet een getekend contract worden nagekomen. In deze zaak hoeft dat nu niet. De voorzieningenrechter oordeelt dat de verkoper te gretig is geweest en de koper niet juist heeft geïnformeerd. De verkooptactieken waren agressief, en de twijfels van de koper lijken niet serieus te zijn genomen. Sterker, de druk werd bij twijfel alleen maar verder opgevoerd. De rechter oordeelt hard over de werkwijze. De schriftelijke waarschuwingen over de risico’s van de investering werden volledig geneutraliseerd door de overenthousiaste verhalen van de verkopers.
Het vonnis is van belang omdat de rechter constateert dat er een omslagpunt bereikt lijkt te zijn. De politieke en maatschappelijke opvattingen over het fenomeen grondhandel zijn aan het verschuiven. Voorheen werd in rechtszaken hierover vaak geoordeeld dat het misschien best nog wat kon worden met de grondkavels en zo niet, dat de koper dan zelf maar beter had moeten opletten. Dat beeld is veranderd. Dat is niet het gevolg van dit vonnis, maar in dit vonnis wordt voor het eerst concreet benoemd dat er nu anders over geoordeeld wordt. Er wordt hierbij onder meer verwezen naar politieke debatten die hierover worden gevoerd. De politieke vraag is niet langer of deze omstreden handel verboden moet worden, maar hoe. De rechter legt bovendien de vinger op de zere plek voor wat betreft de kans op een succesvol rendement. Er is inmiddels een behoorlijke historie opgebouwd met de handel in grond. Handelaren kunnen daarom niet volstaan met vage verhalen over mogelijke successen in de toekomst. Zij zouden moeten vermelden dat in feite een (zeer kostbaar) lot in een loterij wordt verkocht, zonder reëel uitzicht op rendement.
De koper werd in deze procedure bijgestaan door Bert van Mieghem.