Pannenkoeken, poffertjes en pensioenen
IS EEN PANNENKOEK EEN KOEK?
Bovenstaande vraag hield de Rechtbank Rotterdam bezig.[1] Na een werkingssfeeronderzoek begon de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie (hierna: het pensioenfonds) een procedure tegen een producent van pannenkoeken en poffertjes. Het pensioenfonds wilde antwoord op de vraag of de producent onder de werkingssfeer van het pensioenfonds viel en zich dus verplicht moest aansluiten bij het pensioenfonds.
Om deze vraag te kunnen beantwoorden moest de rechtbank echter eerst een andere vraag beantwoorden: zijn pannenkoeken en poffertjes te kwalificeren als ‘koek’? Alleen wanneer de rechtbank zou oordelen dat dit inderdaad het geval was, zou de producent zich verplicht moeten aansluiten bij het pensioenfonds.
WAT WAS ER AAN DE HAND?
Werknemers die in dienst zijn van een onderneming behorende tot de zoetwarenindustrie, moeten verplicht aangesloten worden bij het pensioenfonds. Onder een onderneming in de zoetwarenindustrie wordt – voor zover relevant – verstaan:
“1) iedere onderneming in Nederland die uitsluitend of in hoofdzaak:
a) fabrieksmatig bloem en/of andere grondstoffen tot beschuit, toast, knäckebröd, biscuit, biscuitfiguren, koekjes, banket, koek en wafels verwerkt, ongeacht de soort;
d) fabrieksmatig producten vervaardigt, welke naar de aard der verwerkte grondstoffen en/of de wijze van verwerking van de grondstoffen vergelijkbaar zijn met de producten genoemd onder a, b en c.”
Het pensioenfonds stelt dat de producent van pannenkoeken en poffertjes ook onder de definitie van een “onderneming in de Zoetwarenindustrie” valt, en zich dus aan moet sluiten bij het pensioenfonds. Wanneer de rechter inderdaad zou oordelen dat de producent zich verplicht moet aansluiten bij het pensioenfonds, eist het pensioenfonds ruim 8,5 miljoen euro aan achterstallige pensioenpremies van de producent.
De producent is het niet eens met het standpunt van het pensioenfonds; pannenkoeken en poffertjes zijn geen koek en vallen daarom niet onder de zoetwarenindustrie.
WAAROM EEN PROCEDURE OVER DEZE VRAAG?
Een bedrijfstakpensioenfonds mag het principe geen premie, geen recht niet toepassen. Dit betekent dat ook wanneer voor een werknemer geen premie is betaald, het bedrijfstakpensioenfonds de verplichting heeft de opgebouwde pensioenpremies toe te kennen (Hoge Raad 3 februari 2011, ECLI:NL:HR:2012:BT8642). Hierbij is niet van belang of de werknemer al pensioen uitbetaald krijgt via een andere, door de werkgever voor de werknemers afgesloten, pensioenregeling. De werknemers kunnen, voor het verkrijgen van pensioen, nog steeds aankloppen bij het bedrijfstakpensioenfonds.
Het pensioenfonds loopt, als het deze procedure niet voert, het risico dat het collectief wordt benadeeld. Wanneer alle werknemers bij het pensioenfonds aankloppen voor uitbetaling van pensioen, moet het pensioenfonds plotseling voor het bedrag van 8,5 miljoen euro aan betalingen doen waar geen premie tegenover staat.
DE DEFINITIE VAN KOEK
Terug naar de procedure. Voor de beantwoording van de vraag of pannenkoeken en poffertjes te kwalificeren zijn als een soort ‘koek’, kijkt de rechter allereerst in de Van Dale. De taalkundige betekenis van koek is echter zo ruim dat de rechter deze definitie niet beslissend acht. Meer aanknopingspunten moeten worden gezocht.
De rechter buigt zich vervolgens over de maatschappelijke opvattingen over het begrip ‘koek’. Volgens de rechter is duidelijk dat pannenkoeken en poffertjes volgens de algemene maatschappelijke opvattingen niet als koek worden gezien. Pannenkoeken en poffertjes zijn gerechten die worden gegeten als lunch of avondmaaltijd, koek als tussendoortje of ontbijt. Koek is te koop in een bakkerswinkel, pannenkoeken en poffertjes niet. Koek is droog en hard, terwijl pannenkoeken juist zachte producten zijn.
Ook is een marktonderzoek uitgevoerd. De overgrote meerderheid van de respondenten (84-86%) gaf daarbij aan dat pannenkoeken en poffertjes volgens hen niet tot de productgroep ‘koek’ behoren. Een ingeschakelde deskundige bakkerijwetenschapper bevestigt dit.
GRONDSTOFFEN EN PRODUCTIEWIJZE
Vervolgens buigt de rechter zich over de vraag of pannenkoeken en poffertjes naar de aard van de verwerkte grondstoffen en productiewijze vergelijkbaar zijn met koek. Ook deze vraag wordt ontkennend beantwoord.
Allereerst is het hoofdbestanddeel van pannenkoeken en poffertjes melk (59%). Hieraan worden bloem (25%) en ei (13%) toegevoegd. Suiker is een ondergeschikt bestanddeel (ongeveer 3%). Bloem is echter wel een hoofdbestanddeel van koek. Daarnaast is melk het hoofdbestanddeel van pannenkoeken en poffertjes, maar wordt er geen melk gebruikt voor de bereiding van koek. Als laatste is ei een belangrijk ingrediënt voor pannenkoeken en poffertjes, maar voor de bereiding van koek niet of nauwelijks.
Ook de wijze van verwerking van pannenkoeken en poffertjes komt niet overeen met de wijze van verwerking van koek. De grondstoffen van pannenkoeken en poffertjes worden verwerkt tot een vloeibaar beslag, terwijl de grondstoffen van koek worden verwerkt tot een vast deeg. Pannenkoeken- en poffertjesbeslag wordt in zeer korte tijd gemaakt en moet binnen twee uur verwerkt worden, terwijl koekdeeg een langer bereidingsproces kent. Tot slot worden pannenkoeken en poffertjes aan weerszijden gebakken op een hete bakplaat (althans, door deze producent), terwijl koek wordt gebakken in een heteluchtoven.
CONCLUSIE
De producent van pannenkoeken en poffertjes hoeft niet verplicht deel te nemen in het pensioenfonds, nu de rechtbank heeft geoordeeld dat pannenkoeken en poffertjes niet te kwalificeren zijn als een soort koek.
[1] Rb. Rotterdam 26 juli 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:6053.