De zorgplicht van de verzekeringstussenpersoon

Veel mensen denken dat de assurantietussenpersoon als verlengstuk van de verzekeraar fungeert. Maar de verzekeringsadviseur is er voor de klant. Dat betekent dat hij in de eerste plaats het belang van die klant in de gaten moet houden. En dus heeft de tussenpersoon een zorgplicht ten opzichte van de klant.

Een recent voorbeeld van een situatie waarin de verzekeringstussenpersoon aansprakelijk werd gehouden voor schending van de zorgplicht, betreft een juwelier die na een overval de tussenpersoon verzocht om de dekking voor overvallen te verhogen. Daarop zorgde de tussenpersoon weliswaar voor verhoging van de verzekerde sommen, maar de verzekerde som ingeval van een overval werd niet verhoogd. Toen de juwelier een jaar later weer werd overvallen, liep hij dus verzekeringsdekking mis.

De Rechtbank Overijssel oordeelde dat sprake was van beroepsaansprakelijkheid van de verzekeringstussenpersoon. Toch kwam de tussenpersoon in dit geval met de schrik vrij, omdat de verzekeraar extra veiligheidsmaatregelen zou hebben geëist. Aangezien de juwelier die veiligheidsmaatregelen niet vóór de tweede overval zou hebben gerealiseerd, was de schade naar het oordeel van de rechtbank niet door de schending van de zorgplicht door de assurantietussenpersoon ontstaan. De verzekeringstussenpersoon was daarom niet aansprakelijk voor de schade van de juwelier.

Sinds er voor financiële dienstverleners een provisieverbod geldt, is voor de klant zichtbaar dat en welke vergoeding een verzekeringstussenpersoon voor zijn diensten ontvangt. Voor die vergoeding mag de klant ook wat terug verlangen.

[1] Rechtbank Overijssel 3 mei 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:2071