De Wet BIG is gewijzigd!
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) is gewijzigd. Deze wijzigingen zijn op 1 april 2019 in werking treden. De wet is gewijzigd om verbeteringen in het tuchtrecht door te voeren.
De belangrijkste wijzigingen:
· De reikwijdte van de Wet BIG is verduidelijkt; de wet is niet alleen toepasbaar op behandelingen met een geneeskundig doel, maar vanaf april is het volkomen duidelijk dat (be)handelingen met een cosmetisch oogmerk hier ook onder vallen. Beroepsbeoefenaren die niet BIG geregistreerd zijn, mogen geen cosmetische ingrepen uitvoeren waarbij wordt geïnjecteerd of gesneden. Hierbij kan gedacht worden aan het toedienen van botoxinjecties of fillers.
· De reikwijdte van de tweede tuchtnorm is verruimd; een beroepsbeoefenaar handelt in strijd met de tweede tuchtnorm als hij zich niet gedraagt zoals een goed beroepsbeoefenaar betaamt. Het gevolg van deze aanpassing is dat ook gedragingen die niet zijn begaan in de hoedanigheid van BIG-geregistreerde onder het tuchtrecht kunnen vallen. Hierbij kan worden gedacht aan zeden- en geweldsdelicten begaan door een BIG‑geregistreerde in de privésfeer of tijdens de uitoefening van een ander beroep dan waarvoor hij is geregistreerd.
· De aanstelling van een tuchtklachtfunctionaris; deze klachtfunctionaris zal de klager ondersteunen als de klager dat wenst. De klachtfunctionaris kan de klager helpen bij het formuleren en opstellen van de klacht en kan de klager adviseren.
· De invoering van griffierecht; van € 50,- per klaagschrift of beroepschrift. Indien het griffierecht niet wordt voldaan kan de voorzitter de klacht of het beroep niet-ontvankelijk verklaren. De klacht of het beroep wordt dan niet in behandeling genomen. Wanneer de klacht of het beroep gegrond wordt verklaard, krijgt de klager of de beklaagde het griffierecht terug.
· Mogelijkheid tot proceskostenveroordeling; ten laste van de beroepsbeoefenaar. De beroepsbeoefenaar zal dan bij gehele of gedeeltelijke gegrondverklaring van de klacht de kosten van de procedure moeten betalen. Onder deze kosten vallen de reiskosten, deskundigenkosten en kosten van juridische bijstand.
· Aanpassing van de maatregelen; op grond van de Wet BIG kunnen beroepsbeoefenaren maatregelen opgelegd krijgen. De volgende aanpassingen zullen in de Wet BIG gedaan worden met betrekking tot de op te leggen maatregelen: (1) een nieuwe maatregel wordt toegevoegd, vanaf 1 april kunnen ook bijzondere voorwaarden worden opgelegd. Een voorbeeld van een bijzondere voorwaarde is de voorwaarde dat een beroepsbeoefenaar verplicht cursussen moet gaan volgen; (2) de maatregel schorsing wordt gewijzigd in die zin dat de bevoegdheid om handelingen te verrichten wordt geschorst. Voor 1 april 2019 werd alleen de inschrijving geschorst en mocht de beroepsbeoefenaar nog wel handelingen verrichten. Een beroepsbeoefenaar kan nu, anders dan voorheen, tuchtrechtelijk worden aangesproken voor handelingen die tijdens de schorsing zijn verricht; (3) de maatregel doorhaling van de inschrijving in het register wordt verzwaard. Na 1 april kan ook een (algeheel) beroepsverbod worden opgelegd. Dit beroepsverbod kan een beroepsbeoefenaar verbieden om ook andere beroepen te beoefenen waarbij patiënten worden behandeld.
· Verplichte verschijning op zitting; bij niet verschijnen kan het tuchtcollege daaraan conclusies verbinden.
· Voorzittersbeslissingen; de voorzitter kan een eindbeslissing nemen en daarmee bepalen dat het college kennelijk onbevoegd is, de klacht kennelijk niet‑ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk van onvoldoende gewicht is. De klacht kan zo snel worden afgedaan.
· De publicatieplicht bij berispingen en boetes verdwijnt; berispingen en boetes worden alleen openbaar gemaakt indien de tuchtrechter van mening is dat dit in het belang is van de individuele gezondheidszorg.
· Last tot onmiddellijke onthouding van de beroepsactiviteiten (LOB); de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) krijgt de mogelijkheid een LOB aan de beroepsbeoefenaar op te leggen zodat de beroepsbeoefenaar zijn beroepsactiviteiten moet staken, in afwachting van het oordeel van de tuchtrechter. De IGJ zal slechts in uitzonderlijke gevallen een last opleggen. bijvoorbeeld wanneer het gaat om dusdanig ernstige vergrijpen dat er een gevaar is voor de volksgezondheid.
· Vermelden BIG-nummer; beroepsbeoefenaren worden verplicht hun naam, voorletters, geslacht, BIG-nummer, beroep en specialisme openbaar te vermelden zodat deze zichtbaar is voor patiënten. Uit berichtgeving van het ministerie van VWS bleek dat de BIG‑nummers zichtbaar moesten worden gemaakt op websites en andere digitale media, op briefpapier, in de e-mail ondertekening, op facturen en op bordjes bij de wachtkamers van praktijken en ziekenhuizen. Deze wijziging zorgde voor veel weerstand binnen de beroepsgroep. De minister heeft dan ook per brief laten weten dat hij de inspectie heeft gevraagd na 1 april 2019 niet te handhaven op de verplichting, totdat het overleg en de nadere besluitvorming over de situaties waarin het BIG-nummer moet worden vermeld is afgerond en er voldoende tijd is geboden om de verplichting te implementeren. De publicatie van het BIG-nummer is dus voorlopig van de baan.
De wetswijziging kunt u hier inzien. Heeft u vragen over de wetswijzigingen dan kunt u contact opnemen met Karina Rongen.