Een digitale handtekening bij een zakelijke geldlening: kan dat wel?
De digitale handtekening is bezig aan een opmars. De huidige coronacrisis speelt hierin ook een rol: deze crisis forceert mensen immers op afstand te werken, waardoor 'even langskomen om te tekenen' niet mogelijk of onwenselijk is. Men gaat daarom steeds vaker over tot het zetten van een digitale handtekening. In een eerdere blog heb ik uitgelegd welke (3) verschillende soorten elektronische handtekeningen er zijn en heb ik de verschillen in de bewijskracht daarvan belicht. In deze blog ga ik in op een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West Brabant, waarin discussie bestond over de vraag of de digitale handtekening wel geldig was.
Feiten
Een man heeft bij Swishfund een aanvraag ingediend voor een geldlening voor zijn vennootschap. Swishfund heeft deze aanvraag positief beoordeeld, waarna een overeenkomst van geldlening tot stand kwam tussen Swishfund en de vennootschap van de man. Er kwam daarnaast een overeenkomst van borgtocht tot stand tussen Swishfund en de man. Beide overeenkomsten werden door Swishfund en de man digitaal ondertekend. Omdat de vennootschap van de man haar verplichtingen uit de overeenkomst van geldlening niet volledig nakwam, is de overeenkomst van geldlening door Swishfund beëindigd. De vennootschap van de man is daarna failliet verklaard.
Swishfund verzocht de man als borg te voldoen hetgeen de vennootschap van de man nog verschuldigd was (€ 14.776,57). De man gaf aan dit verzoek geen gehoor waarop Swishfund een procedure startte. In deze procedure betwistte de man dat hij de overeenkomst van borgtocht had gesloten. De kern van zijn verweer was dat hij niet zijn (digitale) handtekening onder de overeenkomst van borgtocht had gezet.
De elektronische handtekening
De gebruikte handtekening kan naar het oordeel van de rechtbank in dit geval niet worden aangemerkt als een gekwalificeerde elektronische handtekening. De handtekening is namelijk niet uitgegeven door een zogeheten 'vertrouwensdienst' (zie mijn eerdere blog voor verdere uitleg). Wel is naar het oordeel van de rechtbank mogelijk sprake van een geavanceerde handtekening. Daarvan is sprake als wordt voldaan aan de vereisten van artikel 3:15a BW. De vraag die volgens dit artikel beantwoord zal moeten worden is of de methode voor ondertekening, gelet op het doel waarvoor de elektronische handtekening is gebruikt en alle overige omstandigheden van het geval, voldoende betrouwbaar is.
Swishfund heeft ter zitting aangegeven dat de overeenkomsten tot stand kwamen op de volgende wijze: allereerst diende de man het bedrag, de looptijd en het doel van de lening in te vullen. Vervolgens moest hij zijn naam, e-mailadres en het KvK-nummer van zijn onderneming invullen. Ook moest er een bestand geüpload worden waaruit de banktransacties van de onderneming bleken. Daarnaast werd per e-mail een groot aantal aanvullende gegevens opgevraagd, waaronder een kopie legitimatiebewijs van de tekenbevoegden van de onderneming. Na ontvangst van deze documentatie vond door Swishfund een tweede analyse plaats met betrekking tot de inkomsten, uitgaven en omzet van de onderneming. Vervolgens werd de aanvraag beoordeeld door de kredietcommissie van Swishfund. Na akkoord van de kredietcommissie werd de overeenkomst voor ondertekening naar de man gestuurd.
Het digitaal ondertekenen vond vervolgens plaats met het programma Adobe Sign. De nog niet ondertekende overeenkomsten werden naar het e-mailadres van de man gestuurd. Voordat de man de overeenkomsten kon openen en digitaal kon ondertekenen, diende hij een verificatiecode in te voeren. Deze code werd per SMS naar het door de man opgegeven telefoonnummer gestuurd. Nadat de man de code had ingevoerd en de betreffende overeenkomst had geopend, kon hij parafen en een handtekening plaatsen door deze te typen, te tekenen of door een afbeelding in te voegen. De man kon zelf kiezen welke methode hij gebruikte. Wanneer de ondertekening van de overeenkomst was afgerond, werd deze door Adobe Sign voorzien van een zegel. Hierdoor kon het document niet meer worden gewijzigd.
Het oordeel van de rechtbank: onvoldoende betrouwbaar
Zoals hierboven aangegeven was in casu geen sprake van een gekwalificeerde handtekening. Ook van de geavanceerde handtekening was naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. De door de man gezette digitale handtekening kon namelijk niet als voldoende betrouwbaar worden aangemerkt. Aan de digitale handtekening onder de overeenkomst van borgtocht konden daarom niet dezelfde rechtsgevolgen worden verbonden als aan een handgeschreven 'natte' handtekening.
Het verificatieproces van Swishfund ziet naar het oordeel van de rechtbank voornamelijk op de contracterende onderneming (de vennootschap van de man) en in mindere mate op de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de man zelf. Het enige direct aan de man te relateren document waarover Swishfund beschikte is immers een kopie van het identiteitsbewijs van de man. Er was verder geen persoonlijk contact geweest met de man. Swishfund stelt wel telefonisch te hebben gesproken met de man, maar kan dit niet bewijzen.
De rechtbank oordeelt daarom dat de door Swishfund gevolgde methode een (te) groot risico oplevert voor misbruik door personen die de beschikking hebben over de e-mailadressen en de bankgegevens van een vennootschap en over de persoonsgegevens van haar bestuurders. Een dergelijke vorm van identiteitsfraude is bij volledig digitale handelsbetrekkingen naar het oordeel van de rechtbank een voorzienbaar en niet te verwaarlozen risico.
Omdat de elektronische handtekening onvoldoende betrouwbaar is, is met dit digitale document naar het oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan dat een overeenkomst van borgtocht is ontstaan tussen Swishfund en de man. De man hoeft daarom niets aan Swishfund te betalen.
Afsluitend
Laat een overeenkomst niet zomaar digitaal ondertekenen, maar bedenk van tevoren goed of de gekozen elektronische handtekening de juiste waarborgen bezit en daarmee voldoende betrouwbaar is. Wat voldoende betrouwbaar is, hangt steeds af van het doel waarvoor de handtekening is gezet en alle overige omstandigheden van het geval. Hoe groter het belang van het te ondertekenen document, hoe betrouwbaarder de handtekening moet zijn.