Advocaat niet aansprakelijk voor schade van wederpartij
Een advocaat moet de gerechtvaardigde belangen van zijn cliënt behartigen en stelt zich daarbij partijdig op (art. 10a lid 1 onder b Advocatenwet). Daarbij dient een advocaat wel oog te hebben voor de context van dat belang en voor de belangen van andere betrokkenen, zoals de wederpartij of derden. Met enige regelmaat komt dan ook de vraag aan de orde wanneer een advocaat bij zijn dienstverlening aan een cliënt zelf inbreuk maakt op de belangen van de wederpartij of een derde en aldus schadeplichtig is ten opzichte van die partij.
De Hoge Raad oordeelde in een recent arrest over de beroepsaansprakelijkheid van een advocaat die de verkopers bijstond van het gebruiksrecht van een vliegtuig. De advocaat gaf aan de koper instructies voor de betaling van de koopprijs van USD 3,8 mio. Overeenkomstig die instructies werd een groot deel van de koopprijs, USD 2,8 mio, niet betaald aan de verkopers (twee Belgische vennootschappen) of hun schuldeisers, maar aan een Zwitserse vennootschap die aan de verkopers gelieerd was. Vervolgens gingen de verkopers failliet. Omdat de gelieerde partij geen verhaal bood, spraken de curatoren de advocaat van de verkopers aan.
De curatoren waren van mening dat de advocaat er niet aan had mogen meewerken dat de verkoopopbrengst van een belangrijk vermogensbestanddeel werd onttrokken aan het vermogen van zijn cliënten. Daardoor zou de advocaat onzorgvuldig en onrechtmatig hebben gehandeld ten opzichte van de schuldeisers van de beide verkopers.
Het gerechtshof wees echter de vorderingen van de curatoren af en de Hoge Raad laat dit oordeel in stand. De Hoge Raad wijst erop dat een advocaat onder omstandigheden gehouden kan zijn bij zijn dienstverlening aan de cliënt rekening te houden met hem bekende of redelijkerwijs kenbare, gerechtvaardigde belangen van derden die in voor hen nadelige zin zouden kunnen worden geraakt door het (voorgenomen) handelen of nalaten waarop zijn dienstverlening betrekking heeft. Indien een advocaat weet, of redelijkerwijs behoort te begrijpen, dat sprake is van zodanige belangen en dat de betrokken derden door een (voorgenomen) handelen of nalaten op onaanvaardbare wijze in die belangen zouden kunnen worden geschaad, dient hij zijn dienstverlening aan de cliënt daarop af te stemmen. Daarbij valt te denken aan het ontraden van een voorgenomen transactie, of het waarschuwen van de cliënt voor de daaraan, in verband met de betrokken belangen van derden, verbonden risico’s.
In welk geval een advocaat rekening moet houden met belangen van derde partijen, laat de Hoge Raad in het midden. Dat hangt af van de omstandigheden van het geval. In dit concrete geval hoefde de advocaat echter geen rekening te houden met de mogelijke belangen van derden. De wetenschap dat de vennootschap waaraan de advocaat zijn diensten verleent, of de groep waarvan deze deel uitmaakt, financieel in zwaar weer verkeert, is daartoe op zichzelf niet voldoende, ook niet als de betrokken advocaat is gespecialiseerd in het insolventierecht. Daarbij speelde een rol dat de advocaat niet had geadviseerd om een deel van de koopprijs aan de Zwitserse vennootschap te laten betalen; hij had slechts instructies gegeven namens de verkopers. En ook stond niet vast dat de advocaat had moeten begrijpen dat de verkoopopbrengst uit de Zwitserse vennootschap zou verdwijnen en dat deze vennootschap geen verhaal zou bieden.
Kortom, zolang de advocaat niet actief aanstuurt op of zich bezighoudt met het benadelen van derde partijen, hoeft voor beroepsaansprakelijkheid ten opzichte van die derde partijen niet te worden gevreesd.