Onterecht als verzekeringsfraudeur geregistreerd; wat nu?

Het is begrijpelijk dat verzekeraars zo weinig mogelijk verzekeringsfraudeurs tot hun klantenkring willen rekenen. In de jaren ’80 van de vorige eeuw heeft een aantal verzekeraars de Stichting CIS (Centraal Informatie Systeem) opgericht. De Stichting CIS beheert diverse registers, waaronder het Extern VerwijzingsRegister (EVR). In dat EVR worden gegevens opgenomen van verzekerden die verzekeringsfraude hebben gepleegd of dat geprobeerd hebben.

De meeste, zo niet alle, verzekeraars in Nederland zijn aangesloten bij de Stichting CIS, en voordat u een verzekering afsluit, raadpleegt een verzekeraar meestal het EVR om te controleren of uw gegevens daarin zijn opgenomen. Als dat inderdaad het geval blijkt, zullen de meeste verzekeraars niet zo happig zijn om u zonder meer als klant te verwelkomen.

Opname van uw gegevens in het EVR kan dus verregaande gevolgen hebben. Als u al welkom bent als klant betaalt u vaak een hogere premie, of krijgt u geen uitgebreide dekking onder de verzekering (u kunt uw auto bijvoorbeeld uitsluitend verzekeren voor wettelijke aansprakelijkheid, en niet all risk).

Als uw gegevens onterecht in het EVR staan, is dat dus meer dan alleen vervelend. Vindt u dat uw verzekeraar onterecht heeft aangekondigd dat zij uw gegevens in het EVR laat opnemen, dan is het verstandig om daar – bijvoorbeeld in kort geding – tegen op te komen.

De “gestolen” Audi

De eigenaar van een Audi A5, laten we hem Ben noemen, kreeg ook te maken met een registratie in het EVR. Wat was er gebeurd?

Ben heeft bij zijn verzekeraar gemeld dat hij zijn Audi op 9 oktober 2019 om half negen ’s avonds had geparkeerd, waarna hij de volgende dag om 12 uur ’s middags ontdekte dat de auto weg was. Wat Ben verder meldde bij de verzekeraar: de auto had 165.000 kilometer op de teller staan, was technisch goed, hij had hem van een particulier gekocht voor 25.000 euro, en Ben was niet bezig met verkoop of inruil van de auto. Drie weken na 9 oktober werd de Audi teruggevonden, met ernstige motorschade.

Daarna werd de Audi door een expert onderzocht. Zoals dat met een moderne “premium”-auto gaat, was ook de Audi van Ben voorzien van diverse computersystemen, die dus uitgelezen werden. De gegevens uit de boordcomputer vertelden een iets ander verhaal dan hoe Ben het had gepresenteerd:

  • al voor de diefstal was sprake van motorstoringen, die bovendien (in de woorden van de deskundige) “akoestisch zeer goed waarneembaar” waren (de motor van de auto maakte kennelijk opvallende geluiden);

  • op 9 oktober is er niet kort vóór half negen ’s avonds met de auto gereden, en de auto is rond die tijd ook niet afgesloten;

  • één van de twee sleutels van de auto is tijdens de periode waarin de diefstal zou hebben plaatsgevonden in of bij de auto geweest, en die sleutel heeft Ben aan zijn verzekeraar overhandigd.

Bovendien bleek dat Ben de auto enkele maanden eerder te koop had aangeboden met een tellerstand van 170.000. Ben heeft verder tegen de schadeonderzoeker gezegd dat hij 22.500 tot 23.000 euro had betaald voor de auto, maar uit onderzoek kwam naar voren dat de auto – enkele maanden vóórdat Ben deze kocht – te koop stond voor 15.750 euro. Kortom, het verhaal van Ben leek niet helemaal waterdicht.

Op grond van deze feiten en omstandigheden kwam de verzekeraar tot de conclusie dat Ben haar opzettelijk had misleid, kennelijk om onterecht een hogere verzekeringsuitkering te verkrijgen. Dit leidde tot opname van Ben’s gegevens in het EVR.

Verwijdering uit het EVR; toetsingskader en uitkomst

Ben was van mening dat de verzekeraar te gemakkelijk was overgegaan tot opname in het EVR, en spande een kort geding aan. In zijn uitspraak zet de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland helder uiteen wanneer gegevens mogen worden opgenomen in het EVR. Omdat alle aangesloten verzekeraars toegang tot het EVR kunnen krijgen, ligt de lat voor opname hoog. Een redelijk vermoeden van een strafbaar feit is niet voldoende; de verzekeraar moet overtuigd zijn van fraude, en daar moet voldoende bewijs voor zijn. Pas dan mogen gegevens in het EVR worden opgenomen.

Aan de hand van die criteria weegt de rechter de eerder genoemde feiten en omstandigheden in de zaak van Ben. Ben probeert op de zitting te redden wat er te redden valt. Zo verklaart hij dat hij geen waarschuwingslampje op het dashboard heeft gezien, en dat iemand zijn sleutel wel eens gekopieerd kan hebben, maar dat heeft allemaal zo weinig om het lijf dat de rechter oordeelt dat de verzekeraar Ben terecht heeft aangemeld voor opname in het EVR.

Conclusie

Als er niet voldoende bewijs is om vast te stellen dat er waarschijnlijk sprake is van fraude, is verwijdering van uw gegevens uit het EVR zeker mogelijk. Als u echter door uw eigen auto als leugenaar wordt ontmaskerd, kunt u de kosten van een procedure beter aan iets anders besteden.