Greenpeace-zeevarenden vallen onder de bedrijfstak Koopvaardij

Sinds 2012 zijn bedrijfstakpensioenfondsen bezig met een inhaalslag als het gaat om het aansluiten van werkgevers bij hun pensioenfonds. Voor de deelnemers in dergelijke fondsen geldt het principe "geen premie, geen pensioen" namelijk niet. Fondsen lopen dus het risico pensioen te moeten uitkeren aan werknemers voor wie nooit premies zijn afgedragen.

Geregeld ontstaan daarom geschillen over de werkingssfeer van een verplichtstelling. Zo ook tussen de Stichting Bedrijfspensioenfonds Koopvaardij en de Stichting Greenpeace Council. Greenpeace zet namelijk een aantal actieschepen in waarop zeevarende werknemers van Greenpeace werkzaam zijn. Volgens het bedrijfstakpensioenfonds vallen die zeevarenden onder de verplichtstelling tot deelneming in het Bedrijfspensioenfonds Koopvaardij.

Vallen activiteiten Greenpeace onder bedrijfstak koopvaardij?

Een belangrijke bron van discussie tussen partijen was gelegen in de vraag of de activiteiten van Greenpeace tot de bedrijfstak koopvaardij kunnen of moeten worden gerekend. Een bijzonderheid van dit bedrijfstakpensioenfonds is dat de bedrijfstak waarop de verplichtstelling betrekking heeft, is gedefinieerd aan de hand van de activiteiten van de werknemers in plaats van de werkgever. Omdat de verplichtstelling ziet op zeevarenden werkzaam aan boord van Nederlandse schepen, oordeelt het Gerechtshof Amsterdam in een arrest van 14 september 2021 dat ook de zeevarenden in dienst van Greenpeace onder de werkingssfeerbepaling vallen.

Nieuw in dit verband is het oordeel van het hof dat er geen aanleiding bestaat het woord “bedrijfstak” zo beperkt uit te leggen dat alleen organisaties met een winstoogmerk en/of concurrerende activiteiten hieronder vallen. Het hof verwijst in dit verband naar het sociale doel van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet Bpf 2000), te weten het tot stand brengen van een uniforme aanvullende pensioenvoorziening voor iedereen in de bedrijfstak.

Pleziervaartuig

Een tweede discussiepunt betrof de definitie van het begrip "pleziervaartuig". Volgens Greenpeace zijn haar schepen te beschouwen als pleziervaartuigen, zodat zij zijn uitgezonderd van de verplichtstelling. Volgens het gerechtshof moet voor de uitleg van dat begrip in het kader van de verplichtstelling worden gekeken naar de Wet zeevarenden. In navolging van het Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij komt het gerechtshof tot de conclusie dat het begrip "pleziervaartuig" in deze wet weliswaar een ruime definitie heeft, maar desondanks daaronder uitsluitend plezierjachten vallen die als zodanig worden ingezet. Dat laatste volgt uit de Memorie van Toelichting op de Wet zeevarenden.

Greenpeace  moet premies afdragen

Anders dan de Rechtbank Amsterdam komt het gerechtshof dan ook tot het oordeel dat de zeevarenden in dienst van Greenpeace vallen onder de verplichtstellingsbesluiten van het Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij. Dat betekent dat de zeevarende werknemers recht hebben op pensioen van het bedrijfstakpensioenfonds en dat Greenpeace daarvoor premies moet afdragen aan het fonds.