Bestuurlijke boetes in de visserij: 6 dingen die u moet weten
Sinds 1 april 2024 kan de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit (NVWA) een bestuurlijke boete opleggen bij overtreding van de visserijregelgeving. Een handhavingsinstrument dat in andere sectoren al lange tijd gebruikt wordt en nu dus ook kan worden ingezet in de visserij. Dit zijn de belangrijkste dingen die u over de bestuurlijke boete moet weten.
1. Voor welke overtredingen kan een bestuurlijke boete worden opgelegd?
De overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, staan vermeld in de bijlage van de Regeling bestuurlijke boete Visserijwet 1963. Zo kan nu onder meer een boete worden opgelegd bij overtreding van logboekverplichtingen, verplichtingen ten aanzien van de aangifte van overlading of aanlanding en overtreding van de minimum vismaten.
Op dit moment kan de NVWA met name de ‘lichtere overtredingen’ van de visserijregelgeving beboeten. Het is de bedoeling dat vanaf 2025 ook bestuurlijke boetes kunnen worden opgelegd voor andere, zwaardere overtredingen van de visserijregelgeving.
2. Aan wie kan de bestuurlijke boete worden opgelegd?
Afhankelijk van de overtreding kan de bestuurlijke boete worden opgelegd aan de eigenaar van het vissersvaartuig, de kapitein of een individuele (sport)visser. In de wet staat op wie een verplichting rust. Dat is degene aan wie de boete kan worden opgelegd als de regel wordt overtreden.
Soms is het heel duidelijk op wie de verplichting rust om iets te doen (of juist niet te doen). In andere gevallen is dat minder duidelijk. Het is daarom goed om na te gaan of de bestuurlijke boete wel aan de juiste (rechts)persoon is opgelegd.
3. Kunnen naast de bestuurlijke boete ook andere sancties worden opgelegd?
Bij overtreding van de visserijregelgeving kunnen twee soorten sancties worden opgelegd: herstelsancties en punitieve (bestraffende) sancties.
Herstelsancties zijn gericht op het ongedaan maken of beëindigen van overtredingen of het voorkomen van herhaling van overtredingen. Voorbeelden hiervan zijn de puntentoekenning, de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom.
Punitieve sancties zijn erop gericht leed toe te voegen aan de overtreder, bijvoorbeeld in de vorm van het opleggen van een boete. Eerder kon alleen het Openbaar Ministerie (OM) een punitieve sanctie opleggen bij overtreding van (bepaalde) visserijregelgeving. Nu kan ook de NVWA een punitieve sanctie opleggen, in de vorm van een bestuurlijke boete.
Omdat herstelsancties een ander doel hebben dan punitieve sancties, kunnen beide sancties tegelijk worden opgelegd voor eenzelfde overtreding. Maar het is niet mogelijk om twee herstelsancties of twee punitieve sancties op te leggen voor dezelfde overtreding. Een bestuurlijke boete (punitief) kan dus niet worden gecombineerd met strafrechtelijke vervolging door het OM (ook punitief). Als voor een overtreding punten worden toegekend (herstel), dan kan voor die overtreding ook nog een bestuurlijke boete worden opgelegd (punitief).
Een bestuurlijke boete valt buiten het strafrecht en wordt daarom - anders dan bij vervolging door het OM - niet vermeld in iemands justitiële documentatie (‘het strafblad’). Daarnaast wordt een bestuurlijke boete meestal binnen een kortere termijn opgelegd dan dat vervolging door het OM plaatsvindt.
4. Hoe hoog is de bestuurlijke boete?
Overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, zijn onderverdeeld in categorieën. Dat geldt ook voor de overtreders. De hoogte van een boete hangt af van de vraag (1) in welke categorie de overtreding valt en (2) in welke categorie de overtreder valt.
De overtredingen zijn in categorieën ingedeeld op basis van de ernst van de overtreding. Hoe ernstiger de overtreding, hoe hoger de boete. Voor de overtreder geldt dat professionelere en grotere partijen hoger beboet worden dan minder professionele en kleinere partijen. Voor eenzelfde overtreding krijgt bijvoorbeeld een onderneming met een lang vissersvaartuig (> 59 meter) een hogere boete dan een onderneming met een klein vissersvaartuig (< 59 meter).
De hoogte van de boete anno 2024 varieert tussen de € 150 en € 10.000, of 10% van de jaaromzet als dit meer is dan € 10.000.
Is sprake van recidive, dan gaat het boetebedrag omhoog. Als binnen drie jaar nadat een bestuurlijke boete voor een overtreding is opgelegd, nog een keer dezelfde overtreding wordt begaan, wordt de boete verdubbeld. De boete is nooit hoger dan de boete die voor dezelfde overtreding kan worden opgelegd in een strafrechtelijke procedure.
De NVWA kan ook beslissen een lagere boete op te leggen, bijvoorbeeld als de overtreder aannemelijk maakt dat de wettelijk vastgestelde boete te hoog is in zijn specifieke situatie vanwege bijzondere omstandigheden, zoals financiële moeilijkheden.
5. Wat als ik het niet eens ben met de bestuurlijke boete?
Een bestuurlijke boete wordt door middel van een besluit opgelegd. Dat gebeurt altijd schriftelijk. Als u het niet eens bent met de (hoogte van de) boete, kunt u tegen het boetebesluit in bezwaar gaan. Let daarbij goed op de bezwaartermijn! Die staat in het besluit vermeld en is meestal zes weken. U kunt zelf bezwaar maken, of dit laten doen door een gemachtigde (bijvoorbeeld een advocaat).
Als u in bezwaar gaat tegen het boetebesluit, moet u de boete wel gewoon binnen de gestelde termijn betalen. Betaalt u het bedrag niet (op tijd), dan riskeert u additionele kosten. Als u in de bezwaarprocedure (of later de (hoger) beroepsprocedure) in het gelijk wordt gesteld, ontvangt u het betaalde bedrag terug, inclusief rente.
6. Krijg ik een waarschuwing dat een bestuurlijke boete aanstaande is?
Als de NVWA voornemens is u een bestuurlijke boete op te leggen van meer dan € 340, is de NVWA verplicht u de gelegenheid te geven een zienswijze in te dienen voordat het definitieve boetebesluit wordt genomen. Een zienswijze is niet meer dan uw visie op het geheel. De NVWA stuurt u dan een brief met daarin het voorgenomen besluit en de onderliggende stukken (zoals het boeterapport) en biedt u de mogelijkheid binnen een bepaalde termijn uw zienswijze toe te sturen. In de zienswijze kunt u laten weten dat en waarom u het niet eens bent met het voorgenomen besluit. Het is niet verplicht een zienswijze te geven, maar het kan nuttig zijn. De NVWA kan op basis van uw zienswijze het voorgenomen besluit aanpassen of besluiten geen boete op te leggen. Heeft u een zienswijze ingediend en legt de NVWA desondanks een bestuurlijke boete op, dan kunt u daartegen gewoon in bezwaar.
Tips
Controleer of de boete wel voor u is. Een boete moet aan de juiste (rechts)persoon worden opgelegd. Gebeurt dit niet, dan kan de bestuurlijke boete niet in stand blijven.
Controleer de hoogte van de boete. De hoogte van de boete is van verschillende factoren afhankelijk. Op basis van de Bijlage van de Regeling bestuurlijke boete Visserijwet 1963 en de Bijlage van het Besluit bestuurlijke boete Visserijwet 1963 kan worden nagegaan of de hoogte wel klopt.
Dien een zienswijze in. Als u de mogelijkheid krijgt om uw mening te geven over de boete, doe dit dan (tijdig!) als u het niet eens bent met de boete. Dit scheelt u mogelijk een (vaak meer tijdrovende en soms meer kostbare) bezwaarprocedure.
Ga in bezwaar. Als u het niet eens bent met het boetebesluit, maak hiertegen dan altijd bezwaar. Als u dit niet doet, vervalt de mogelijkheid om u te verzetten tegen de (hoogte van de) boete. Let hierbij goed op de termijnen!
Informeer uw producentenorganisatie (PO). Als u een post ontvangt over een bestuurlijke boete, neem dan contact op met uw PO voor overleg.
Tot slot
De mogelijkheden om de regels in de visserij te handhaven, zijn met de komst van de bestuurlijke boete verruimd. Wordt u geconfronteerd met een boete, dan heeft u wellicht wat aan bovenstaande tips. Bellen of sparren over de mogelijkheden in uw specifieke geval, is natuurlijk altijd mogelijk.