Help, mijn bank wil me niet meer!
Het lijkt steeds vaker te gebeuren dat banken klanten de deur wijzen en hun rekeningen afsluiten. In de Algemene Bankvoorwaarden (ABV) is opgenomen dat een bank de bevoegdheid heeft om de relatie met een klant te beëindigen. Beëindigen mag niet zomaar; er moet een zorgvuldige afweging van belangen plaatsvinden. Voor rekeninghouders is het hebben van een bankrekening natuurlijk van groot belang. Toch kunnen andere belangen soms zwaarder wegen.
Bank stelt (lastige) vragen
Het voortraject van een opzegging is meestal dat de bank bij de rekeninghouder aan de bel trekt. Er zijn vragen over contante ontvangsten of over waarom betalingen aan bepaalde (rechts)personen of naar bepaalde landen worden verricht, of zelfs hoe uw onderneming haar geld verdient. Soms wordt de bank geconfronteerd met berichten in de media over uw onderneming of over uzelf, en vraagt zij daar uitleg over.
Banken moeten voldoen aan verplichtingen uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Daarom mag de bank ook (redelijke) vragen stellen over de genoemde onderwerpen én bent u ook verplicht om binnen redelijke grenzen mee te werken aan de beantwoording van die vragen. Dat volgt uit de wet, en ook uit de ABV. Ontwijkende antwoorden geven of helemaal niet reageren, is niet verstandig. Daarmee riskeert u dat, als de zaak voor de rechter komt, de rechter niet ingrijpt bij beëindiging van de relatie, en u dus zonder bankrekening zit.
Het komt ook voor dat de bank geen genoegen neemt met uw antwoorden, maar er ook geen concrete vrees is voor witwassen of terrorismefinanciering. In dat geval doet u er verstandig aan om een kort geding te starten om de bankrelatie voort te zetten.
Recent traden wij op voor een aantal rekeninghouders die naar eer en geweten vragen van de bank hadden beantwoord, maar toch geconfronteerd werden met een opzegging. De bank had daar bovendien nogal vage gronden voor. Er was geen sprake van risico’s op witwassen, onduidelijke herkomst van gelden, onduidelijke dan wel extreme hoeveelheden stortingen van cash geld, handel met landen of personen die op sanctielijsten voorkomen, aanwijzingen van strafbare feiten of het leveren van omstreden diensten. Er was dus geen enkel objectief criterium waarom de bank van deze rekeninghouders af wilde. Nadat de bank in kort geding was gedagvaard (met als inzet ‘voortzetting van de bankrelaties’) bond de bank in en konden deze rekeninghouders over hun rekeningen blijven beschikken.
Buitenlandse rekeninghouders
Als u een rekening bij een Nederlandse bank heeft, maar in het buitenland bent gevestigd, is de kans aanwezig dat die bank u alleen om die reden niet meer als klant wil. Banken stoppen steeds vaker met dienstverlening aan buitenlandse rekeninghouders, omdat klant- en transactieonderzoek voor dat soort klanten duurder is dan voor binnenlandse klanten, en de bank bovendien rekening moet houden met lokale wet- en regelgeving in het land waar de klant is gevestigd. Recent oordeelde het Gerechtshof Amsterdam over de opzegging door een Nederlandse bank van de bankrekening van een op Curaçao gevestigd advocatenkantoor. De opzegging bleef in stand. Dat het kantoor ook in Nederland zaken doet en om praktische redenen ook een Nederlandse bankrekening wenste aan te houden, was volgens de rechter niet voldoende zwaarwegend. Nederlandse klanten konden immers gemakkelijk via de andere rekening betalen. Als buitenlandse rekeninghouder doet u er dus goed aan om hier rekening mee te houden. Wit u graag ook een Nederlandse rekening houden, dan kunt u bijvoorbeeld een Nederlandse dochtervennootschap oprichten die zelfstandig rekeninghouder wordt.
Juridische bijstand
Win tijdig juridisch advies op het moment dat u gedoe krijgt met uw bank. Een onderneming zonder bankrekening is doorgaans immers geen lang leven beschoren.