Werknemers internationale organisaties niet welkom bij de nationale rechter?

Van oudsher is Nederland gastland voor verschillende internationale organisaties. Voor deze organisaties zijn veel mensen werkzaam. Anders dan ‘normaal’, kan een medewerker die in conflict komt met een internationale organisatie, meestal niet terecht bij de Nederlandse rechter. Hoe zit dit?

Wat is een internationale organisatie?

Internationale organisaties worden bij verdrag opgericht waarbij minimaal twee landen lid zijn. Voorbeelden van internationale organisaties in Nederland zijn het Europees Octrooibureau (EOB, EPO), het Europees Ruimte Agentschap/Europees Centrum voor Ruimtevaarttechniek (ESA/ESTEC), het Internationaal Gerechtshof (IGH) en het Internationaal Strafhof (ICC).

Immuniteit

Internationale organisaties hebben in beginsel immuniteit van rechtsmacht; ze kunnen niet voor de nationale rechter worden gedaagd. Anders gezegd, de nationale rechter mag een zaak tegen een internationale organisatie niet behandelen omdat hij daartoe onbevoegd is.

De gedachte hierachter is dat internationale organisaties hun taken moeten kunnen uitvoeren zonder vrees te hebben voor repercussies. Dat wil zeggen zonder afhankelijk te zijn van het rechtssysteem van de landen die betrokken zijn bij de organisatie, in het bijzonder dat van het land waar de organisatie gevestigd is.

De immuniteit is niet ongelimiteerd, maar beperkt tot geschillen die verband houden met de vervulling van de taken van de organisatie. Het gaat dus om zogeheten ‘functionele immuniteit’. Arbeidsgeschillen van werknemers (staff members) van internationale organisaties vallen in principe ook onder deze immuniteit.

Let op: bovenstaande geldt voor werknemers van de internationale organisatie. Als iemand werkzaamheden verricht anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld op basis van een opdrachtovereenkomst, dan gelden mogelijk andere regels.

Waar kan de werknemer terecht?

Hoe weet een werknemer van een internationale organisatie waar hij terechtkan bij een conflict met de organisatie? Hiervoor zal hij moeten kijken naar de interne regels van zijn organisatie. Die zijn doorgaans opgenomen in de Staff Rules en Staff Regulations of documenten van gelijke strekking.

De regels verschillen per internationale organisatie, maar de stappen die moeten worden doorlopen als een werknemer het niet eens is met een besluit van de organisatie zijn meestal de volgende.

1.       De eerste stap is op te komen tegen het besluit, door bezwaar te maken bij de beslissende functionaris.

2.       Heeft dit niet het gewenste resultaat, dan staat er doorgaans een interne beroepsprocedure open.

3.       Biedt ook deze procedure geen soelaas, dan kan de werknemer in hoger beroep bij een extern tribunaal, maar alleen als de betreffende organisatie daarbij aangesloten is. Het belangrijkste tribunaal is het International Labour Organization Administrative Tribunal (ILOAT).

Toch naar de nationale rechter?

Het verlenen van immuniteit kan in strijd zijn met het recht van de werknemer op een eerlijk proces, zoals opgenomen in artikel 6 EVRM. Als de werknemer (toch) naar de nationale rechter stapt en zich hierop beroept, zal de rechter beoordelen of het verlenen van immuniteit het recht op toegang tot de rechter aantast. Hierbij gaat het om de vraag of de internationale organisatie een alternatieve rechtsgang biedt die vergelijkbare bescherming biedt als artikel 6 EVRM.

Is dit het geval, dan zal de nationale rechter zich onbevoegd verklaren en de zaak niet behandelen. De werknemer moet dan de in de interne Staff Rules en Regulations aangewezen route volgen. Wordt geen redelijk alternatief geboden, dan zal de nationale rechter de zaak wel inhoudelijk behandelen. Dit laatste is echter een uitzondering; een beroep op artikel 6 EVRM wordt niet snel gehonoreerd.

Tot slot

Of de zaak nou voor een tribunaal of de nationale rechter wordt behandeld: de zaak wordt beoordeeld naar de intern geldende regels van de organisatie waar de werknemer werkzaam is. Die dicteren de wijze waarop de procedure wordt gevoerd én hoe deze inhoudelijk wordt beoordeeld.