Overheidstool transitievergoeding onjuist!
Online tools voor het berekenen van de transitievergoeding zijn populair. Met name juristen, HR-medewerkers en andere professionals raadplegen deze tools in hun dagelijkse praktijk. Let wel, de tools geven soms verschillende uitkomsten. Zo rekent de VAAN-App uitsluitend met hele getallen. De vergoeding kan hierdoor iets hoger of lager uitvallen.
Sommige tools lijken ook berekeningsfouten te maken. Neem bijvoorbeeld de rekentool op de website van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De berekeningen voor 50-plussers lijken niet te kloppen. De overgangsregeling voor 50-plussers houdt in dat voor werknemers die op de ontslagdatum 50 jaar of ouder zijn én minimaal tien jaar in dienst zijn geweest, een hogere rekenmaatstaf voor de transitievergoeding wordt gebruikt. Voor de periode na hun 50ste wordt namelijk 1/2 (in plaats van 1/4) maandsalaris per half dienstjaar opgebouwd.
Een voorbeeld op basis van de overheidstool:
Werknemer is 21 jaar en 1 maand in dienst op de ontslagdatum en bereikte de leeftijd van 50 jaar toen hij 17 jaar en 1 maand in dienst was. Werknemer verdiende € 4.500 bruto per maand. De transitievergoeding bedraagt volgens de overheidstool € 47.625, bestaande uit:
over de eerste tien dienstjaren: 20 x (1/6 x € 4.500) = € 15.000
over de dienstjaren tot zijn 50ste: 15 x (1/4 x € 4.500) = € 16.875
over de dienstjaren vanaf zijn 50ste: 7 x (1/2 x € 4.500) = € 15.750.
In dit voorbeeld wordt na de eerste tien jaar 1/4 maandsalaris tot het 50ste levensjaar opgebouwd. Dit loopt door totdat werknemer 50 jaar en 1 maand oud is. De gedachte is dat het laatste (15e) tijdvak slechts één maand bedroeg en 'volgemaakt' moet worden naar zes maanden. Pas vanaf dát moment zou volgens de overheidstool en de factsheet het eerste volledige tijdvak van zes maanden moeten beginnen. Hierdoor wordt het hogere tarief (1/2 maandsalaris) pas vanaf de leeftijd van 50 jaar en 1 maand toegepast.
Deze berekeningswijze lijkt niet te kloppen. Volgens artikel 7:673a BW geldt:
'1. Indien de werknemer bij het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst 50 jaar of ouder is en de arbeidsovereenkomst ten minste 120 maanden heeft geduurd, is, in afwijking van artikel 673, lid 2, eerste zin, de transitievergoeding over elke periode van zes maanden dat de werknemer na het bereiken van de leeftijd van 50 jaar bij de werkgever in dienst is geweest, gelijk aan de helft van het loon per maand, bedoeld in artikel 673, lid 2.' [markering auteur]
In de literatuur wordt gezegd dat onduidelijkheid zou bestaan over het moment waarop de hogere rekenmaatstaf moet worden toegepast. Maar de letterlijke tekst van de wet is duidelijk: de nieuwe periode met de hogere rekenmaatstaf start meteen als iemand 50 jaar is geworden.
Er is geen aanwijzing dat de telling op een later tijdstip zou moeten beginnen. De wetsgeschiedenis geeft ook geen aanwijzing voor een andere dan de letterlijke interpretatie van de wet. De telling begint dus met ingang van het bereiken van 50 jaar. De werknemer bouwt 1/2 maandsalaris direct nadat hij 50 jaar wordt.
In het voorbeeld hierboven luidt de juiste berekening als volgt:
over de eerste tien dienstjaren: 20 x (1/6 x € 4.500) = € 15.000
over de dienstjaren tot zijn 50ste: 14 x (1/4 x € 4.500) = € 15.750
over de dienstjaren vanaf zijn 50ste: 8 x (1/2 x € 4.500) = € 18.000.
Wees dus alert als u rekentools gebruikt! Een oudere werknemer kan bijvoorbeeld recht hebben op een hogere transitievergoeding dan uit de tool blijkt. In het voorbeeld hierboven gaat het om ruim € 1.100,00. Ouderwets narekenen met de hand is verstandig.